De levendige winkelstraat de Nolenslaan ligt in het hart van Nieuwland. De winkeliers hebben het druk, hun winkels staan elke dag weer vol met klanten. Auto’s rijden af en aan en er lopen bewoners van alle leeftijden die hun dagelijkse boodschappen doen of gewoon even rondsnuffelen. Van Turkse broodjes tot linzensoep, alles is er te krijgen.
Dat was niet altijd het geval. Toen Ben Dubbeldam 15 jaar geleden startte als winkelstraatmanager had de wijk last van ‘hangouderen’. “Die misdroegen zich enorm. Jongeren en vrouwen bleven hier liever weg. Samen met de gemeente is veel energie gestoken in het verbeteren van de leefbaarheid. De ouderen die overlast veroorzaakten zijn begeleid naar werk, naar de gevangenis of naar een betere plek buiten de wijk. Sommigen kregen een relatie die hen weer op de been hielp.”
Ook de winkeliers zetten elke dag hun beste beentje voor. Ze worden vertegenwoordigd door Eren Orhan, eigenaar van Primera en voorzitter van de winkeliersvereniging. “De sfeer is inderdaad verbeterd op de Nolenslaan. Dat willen we graag zo houden: lekker laagdrempelig en gratis parkeren. De mensen hebben een kaasboer, een slager en een bakker nodig voor hun dagelijkse boodschappen. Ik maak me daarom zorgen over hoe de straat er over een paar jaar uitziet. Als hier vage ondernemers komen, dan gaan we weer terug naar hoe het was.”
“Als je weinig hebt, moet je creatief zijn”, meent Eren. “Sommige kinderen hebben het echt heel moeilijk. Met een schooltas van de gemeente kunnen ze bij mij hun schoolspullen halen. Ik heb heel veel ideeën die ik nog zou willen uitvoeren. Samen met de supermarkt hebben we kookles georganiseerd op school. De ouders mochten ook meedoen, zodat ook zij te eten hadden. Dat heeft een hele tijd goed gefunctioneerd. Ik heb weinig ruimte voor dit soort initiatieven omdat ik van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat met mijn zaak bezig ben. Heel graag wil ik meer maatschappelijke projecten opstarten, bijvoorbeeld in samenwerking met buurthuizen of basisscholen. Of meer netwerken in de wijk opbouwen, zodat we sneller met elkaar kunnen schakelen.”
“Het is een kwestie van zoeken en vinden”, vult Ben aan. “Er zijn mensen die geen werk hebben en die wel zouden kunnen werken. Veel winkeliers kunnen geen tijdelijk personeel krijgen. Wat is nou simpeler dan een leercentrum opzetten zodat je een poule krijgt van mensen die in de winkel kunnen werken op het moment dat iemand ziek is? Dan kunnen ze meteen het vak leren. Het gaat erom hoe je het organiseert en dat hoeft niet veel te kosten. Om een voorbeeld te geven: een groep moeders is een eigen bedrijf begonnen, waarbij ze input kregen van de winkeliers. Tien moeders hebben na een jaar een certificaat behaald en vijf bedrijven bestaan nog steeds.”
Volgens Ben en Eren ligt de grootste uitdaging de komende jaren – naast het ontwikkelen van netwerken - bij het in stand houden van de fysieke staat van de winkelstraat. “De huren en personeelskosten gaan weer omhoog. De winkels worden ouder, zijn straks aan vernieuwing toe. Ook willen we als bestuur meer te zeggen hebben over de diversiteit aan winkels. En dan hebben we het nog niet eens gehad over energie en duurzaamheid. Dat is een lastig vraagstuk voor de ondernemers. Ik ben benieuwd of er nog plannen gemaakt worden voor de doorontwikkeling van onze mooie winkelstraat.”